Internationale vrouwendag: Jacobakannen
Jacoba van Beieren (1401-1436) had zowel op politiek vlak als privé geen evident leven. Ze was een erg sterke vrouw over wie meerdere boeken zijn geschreven. Ook in “De Bourgondiërs” van Bart Van Loo komt ze meermaals en uitgebreid aan bod. Dat is zeker geen evidentie: vrouwen worden vaak onder gerepresenteerd in onze geschiedenis. Op Internationale Vrouwendag zetten we in een notendop enkel gebeurtenissen van deze strijdvaardige vrouw in de kijker en proberen we een fabeltje de wereld uit te helpen over Jacobakannen.
Een tragische heldin
Al op zestienjarige leeftijd in 1417 volgde Jacoba haar vader, Willem VI van Holland, op. Haar oom, Jan van Beieren, had echter ook zijn oog op de erfenis van de graaf laten vallen, wat leidde tot heel wat twisten. Pas in 1419 kwam er een einde aan de strijd door het ondertekenen van het vredesverdrag “De Zoen van Woudrichem”.
Als gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen ging Jacoba meermaals de strijd aan tegen de hertog van Bourgondië Filips de Goede. Ze werd gevangen genomen, maar kon ontsnappen door mannenkleren aan te trekken en vermomd richting Schoonhoven te vluchten. Wat een vrouw! Ze besloot het hier niet bij te laten en ging opnieuw de strijd gaan. Uiteindelijk moest ze vrede sluiten tijdens “de Zoen van Delft”. Er werd bepaald dat Filips de Goede de erfgenaam van Jacoba van Beieren zou worden en dat zij niet in het huwelijk mocht treden zonder zijn toestemming. Jacoba bleef in naam nog even gravin van Holland, maar moest vrijwel alle macht afstaan. In 1433 moest Jacoba uiteindelijk volledig afstand doen van haar titel. Filips de Goede had haar politiek machteloos gemaakt door haar vertrouwelingen bij haar weg te spelen en hun loyaliteit te kopen.
In 1436, na een zware ziekte van enkele maanden waarbij ze verbleef op het slot Teylingen (Voorhout, Nederland), stierf ze op 35-jarige leeftijd aan tuberculose.
Het leven van Jacoba maakte haar al snel tot een tragische heldin. Ze had als vrouw een ongelijke strijd te voeren met tegenstanders die nota bene uit haar eigen familie kwamen. Haar verhaal werd gretig neergeschreven door geschiedkundigen, waarbij ze wordt voorgesteld als Hollandse Heldin. Over haar persoonlijkheid of drijfveren is echter niet veel bekend.
De vrouw, de mythe
Tijdens werkzaamheden aan het kasteel Teylingen in Voorhout werden in de zeventiende eeuw diverse slanke kannen van steengoed gevonden. Oorspronkelijk dachten sommige geschiedschrijvers dat Jacoba, gebroken door verdriet, haar tijd op het kasteel met pottenbakken heeft doorgebracht. Volgens een andere legende, werden de kannen door een dronken Jacoba in de gracht gegooid, als uiting van haar frustraties over het verlies van haar titel en macht. Een fabeltje was geboren, maar sindsdien is de benaming Jacobakan blijven doorleven.
Deze drinkkannen werden massaal geproduceerd vanaf de late middeleeuwen (ca. 1375). Ze zijn afkomstig uit de regio rond de Duitse stad Siegburg, wat toen één van de belangrijkste pottenbakkerscentra was. Doordat de pottenbakkers de oventemperatuur wisten te verhogen ontstond er een zeer hard baksel, steengoed genaamd. Ideaal voor drinkbekers, drinkschaaltjes en kannen zoals de jakobakannetjes.
In ons depot worden veel kannen van dit type bewaard. Bekijk hier een voorbeeld.