Wie lag er in de loden grafkist in Brugge?
Afbeelding 1. Archeologen van Raakvlak vonden heel wat grafkelders bij de opgraving voorafgaand aan de bouw van BRUSK (© Raakvlak).
In het hart van de stad bouwt Musea Brugge een nieuwe expohal: BRUSK. De site tussen het Groeningemuseum en de Garenmarkt is de locatie van de verdwenen Eekhoutabdij. De oudste abdij binnen de Brugse stadsmuren was eeuwenlang toonaangevend op religieus, cultureel en politiek vlak, maar na de opgave en sloop in 1796 verdween ze uit het collectief geheugen. Tot een team van Raakvlak, de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED) van Brugge en Ommeland, de site blootlegde voorafgaand aan de bouwwerken.
Op 12 juni 2023 deden de archeologen een heel bijzondere ontdekking ter hoogte van het toekomstige onderzoekscentrum BRON. In een middeleeuwse grafkelder stootten ze op een loden kist. De vondst betekende de start van een onderzoekstraject: wie ligt er in de loden kist? Een jaar later slaagt een groep topwetenschappers van uiteenlopende disciplines erin om het vraagstuk op te lossen.
Dieter Verwerft, archeoloog bij Raakvlak: “Dit is de ontdekking van mijn leven. Het is een jongensdroom die uitkomt.”
Een goed bewaard geheim in een middeleeuwse grafkelder
Centraal in de abdijkerk vonden de archeologen een prachtig beschilderde, maar ingestorte middeleeuwse grafkelder. De kelder was zwaar beschadigd.
Dieter Verwerft, archeoloog bij Raakvlak: “Wanneer de brokstukken uit de grafkelder gehaald werden, wees iemand op een loden kist. De rest van het team reageerde met ongeloof. Dit kon niet waar zijn. Een loden kist uit die tijd wordt uiterst zelden gevonden. Het was een zeer uitzonderlijk gegeven, enkel gereserveerd voor de absolute top van de religieuze of wereldlijke macht. Maar ongeloof maakt plaats voor enthousiasme wanneer de kist werd volledig bloot gelegd.”
Een loden kist was destijds zeer duur, maar zorgde er wel voor dat het lichaam langer bewaard blijft en getoond kan worden. Het is een traditie die vandaag nog doorleeft: ook Koningin Elizabeth II is begraven in een kist bekleed met lood.
De kist werd uit de kelder gelicht en samen met enkele specialisten geopend. Doordat de kelder was ingestort, bleef de kist beschermd tegen plunderaars. Het zorgde er ook voor dat de grafplaat nooit is opgetekend in het 18e-eeuwse manuscript. De identiteit van de persoon in de loden kist bleef dus een raadsel. Meer nog, het werd al snel de meest gehoorde vraag voor de archeologen van Raakvlak: weten jullie al wie er in de loden kist ligt?
Om die vraag te kunnen beantwoorden werd de hulp ingeroepen van deskundigen uit verschillende disciplines.
Afbeelding 2. De loden kist zoals die teruggevonden werd in de middeleeuwse grafkelder (© Raakvlak).
Samenwerking tussen wetenschappers leidt tot doorbraak
Goed onderzoek vraagt tijd en het team bleef maandenlang zoeken. Het skelet bleek dat van een man, tussen 25 en 40 jaar oud en 174 cm groot. Op basis van de locatie van het graf en de loden kist een machtig en rijk man, maar geen abt of priester. Op de wanden van de grafkelder staat het wapenschild van de heren van Assebroek afgebeeld, een machtig geslacht met nauwe banden met de Eekhoutabdij.
Pascal Ennaert, voorzitter van Raakvlak: “Het onderzoek is een mooi voorbeeld van hoe samenwerking kan lonen. Om dit vraagstuk op te lossen werkten wetenschappers uit Brugge, Gent, Leuven en Brussel samen. Archeologen, historici en een fysisch antropologe verzamelden elk vanuit hun vakgebied zoveel mogelijk informatie.”
De identiteit van de man in de loden kist bleef evenwel een mysterie. Tot Raakvlak een kort berichtje krijgt van het C14-labo van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel. Een koolstofdatering van een stuk van het skelet wijst erop dat de man is gestorven rond het jaar 1258, tussen 1222 en 1280. Plots schoven alle puzzelstukken in elkaar. De archeologische, historische en chemische informatie wijst in de richting van één man: kom het te weten in onderstaande video!
Opgelet: er komen expliciet menselijke resten in beeld.
Boudewijn I, heer van Assebroek
Boudewijn I, heer van Assebroek is een illuster figuur uit de periode waarin Brugge en Vlaanderen vorm krijgen. Deze ridder – eigenlijk een lokale krijgsheer – slaagde erin enorme rijkdom te verzamelen. Hij controleerde de Reie en verdiende zijn geld door onder meer tolrechten te innen aan één van de Brugse stadspoorten.
Aldus werd hij een machtig man. Nergens is dat zo duidelijk als in zijn woning: een burcht middenin de enorme cirkels in de Assebroekse meersen van Ver-Assebroek. Zijn macht is vandaag nog steeds zichtbaar in het landschap. Voor sommigen wordt hij zelfs te machtig. Historische bronnen wijzen erop dat Boudewijn I heer van Assebroek in conflict komt met Johanna en Margaretha van Constantinopel, gravinnen van Vlaanderen.
Afbeelding 3: Het wapenschild van Assebroek is zichtbaar op de wand van de grafkelder (© Raakvlak).
Het onderzoek loopt verder
Dirk De fauw, burgemeester van Brugge: “Het belang van deze ontdekking kan moeilijk overschat worden. Doordat de identiteit is gekend, levert de studie van het skelet veel concrete informatie op over een specifiek deel van de bevolking in de 13e eeuw. De verdere archeologische en historische studie zal een inkijk geven in het leven in Brugge in de 13e eeuw. Dit is bovendien een periode waarover voor Brugge minder bronnen bestaan. Het onderzoek is dus nog niet afgelopen.”
De succesvolle interdisciplinaire samenwerking is een vruchtbare voedingsbodem voor verder onderzoek. De sedimenten in de loden kist worden nog onderzocht op aanwijzingen naar de natuurlijke omgeving en het voedingspatroon van Boudewijn. Ook een fragment van het lood zal geanalyseerd worden, om de herkomst te bepalen.
Spectaculaire ontdekkingen
Het archeologisch onderzoek leverde ook heel wat andere spectaculaire ontdekkingen op. Zo vonden de archeologen bewijs dat er dwars door het terrein een behoorlijk grote waterloop stroomde. Zo’n grote waterloop, gevormd na de laatste ijstijd, vormde de natuurlijke basis voor de latere, gekanaliseerde Reitjes.
Op een hoger gelegen deel van het terrein ontdekken de archeologen paalsporen. Deze sporen maakten deel uit van de oudste, 11e-eeuwse houten gebouwen op de site. In de 12e eeuw werd een stenen kapel gebouwd. Ook die veldstenen muren zijn ontdekt.
In de volgende eeuwen groeide de abdij in macht en aanzien. De monumentale abdij was dan ook een populaire plaats om begraven te worden. Het team ontdekt verschillende grafkelders, waarvan enkele prachtig beschilderd waren. Aan de hand van een manuscript uit de 18e eeuw konden een groot aantal graven geïdentificeerd worden: ze behoren tot abten, burgemeesters en vooraanstaande families. Middenin de stenen kapel ligt het oudste graf: dat van Lambert, de oudste abt van de abdij, gestorven in 1163.
Nico Blontrock, schepen van cultuur: “Momenteel gaan alle inspanningen richting het eindrapport van de archeologische opgraving, waarvan de archeologen hopen dat het klaar ligt in oktober 2024. Ik en veel mensen met mij kijken ernaar uit!”
Dankwoord
Onze oprechte dank gaat uit naar het bijzondere team van wetenschappers dat hielp bij de identificatie van Boudewijn I: Mathijs Speecke, Lisa Demets, Jan Dumolyn en Wim De Clercq van de Universiteit Gent, Mathieu Boudin van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Brigitte Meijns van de Katholieke Universiteit Leuven, Katrien van de Vijver van Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Noël Geirnaert, Hubert De Witte en Ronald Van Belle.
Meer weten?
Kom op 16 oktober naar onze lezingenreeks ‘Verhalen uit de Ondergrond’ met als thema “De Eekhoutabdij”. Op het programma staat:
- Katrien Van de Vijver (KBIN) voerde een fysisch-anthropologische studie uit van de menselijke resten van de opgraving van de Eekhoutabdij. Een unieke inkijk in de populatie geestelijken en leken die begraven is in de abdij.
- Lisa Demets (Ugent) belicht het literaire en culturele belang van de abdij in de veertiende en vijftiende eeuw (met het hoogtepunt onder het abbatiaat van Hautscilt), de relatie met het toernooigezelschap van de Witte Beer, de vroegere rederijkers en kroniekschrijving in Brugge.
- Dieter Verwerft (Raakvlak) vertelt het archeologische verhaal van de Eekhoutabdij, van het prille begin in de 11e eeuw tot de sloop in 1796.
- Praktisch:
- Adres: Theaterzaal Biekorf, Sint-Jakobsstraat 8, 8000 Brugge
- Deuren open om 19u, lezingen starten om 19u30
- Inschrijven is gratis en kan via deze link.